De familie La Chapelle is afkomstig uit de Belgische provincie Henegouwen. Pierre Joseph La Chapelle, geboren in 1743 in de plaats Thuin, later verhuisd naar Rijssel, vestigde zich in 1768 als zilversmid in ‘s-Gravenhage. Hij was gehuwd met Marie Françoise Josephine Faignart (ook geschreven als Feijnart) (1750-1819).
Zijn zoon Théophile Joseph La Chapelle (1787-1852) staat vermeld als zilversmid en juwelier in de Korte Houtstraat. Hij huwde in 1804 met Maria Theresia Loof. Het echtpaar kreeg acht kinderen, zes dochters en twee zoons. Na het overlijden van Théophile Joseph in 1852 zette zijn weduwe de zaak voort, tot zij zelf in 1874 overleed.
Intussen hadden de twee zoons ook gekozen voor het vak van goud- en zilversmid en juwelier. Bartholomeus Elias (Eli) la Chapelle (1816-1896) vestigde zich in Amsterdam als goud- en zilversmid. Zij broer Felix Elie la Chapelle (1814-1871) bleef in Den Haag maar was waarschijnlijk alleen juwelier, van hem is geen meesterteken bekend.
1768 | Pierre Joseph La Chapelle (1743-) | kapper? | Thuin (Henegouwen) ‘s-Gravenhage Assendelftstraat 1795 Korte Houtstraat | |
1812-1817 | Théophile Joseph La Chapelle (1787-1852) | zilversmid, juwelier | ‘s-Gravenhage Korte Houtstraat | |
1817-1852 | Théophile Joseph La Chapelle (1787-1852) | zilversmid, juwelier | ‘s-Gravenhage | |
1822-1852 | Théophile Joseph La Chapelle (1787-1852) | zilversmid, juwelier | ‘s-Gravenhage | |
1852-1874 | wed. Theophile Joseph la Chapelle = Maria Theresia Loof (1783-1874) | ‘s-Gravenhage | ||
1852-1874 | wed. Theophile Joseph la Chapelle | ‘s-Gravenhage | ||
1852-1874 | wed. Theophile Joseph la Chapelle | ‘s-Gravenhage | ||
1847 | Bartholomeus Elias (Eli) la Chapelle (1816-1896) | zilversmid, juwelier | Amsterdam | |
1847-1849 | Bartholomeus Elias (Eli) la Chapelle (1816-1896) | zilversmid, juwelier | Amsterdam | |
1849-1850 | Bartholomeus Elias (Eli) la Chapelle (1816-1896) | zilversmid, juwelier | Amsterdam | |
Felix Elie la Chapelle, (1814-1871) | juwelier | ‘s-Gravenhage | ||
1847-1849 | Breuring & la Chapelle (Nicolaas Breuring & Bartholomeus la Chapelle) | goud- en zilversmid | Amsterdam |
Uitgevoerd werk
In 1849 verleende Koningin Anna Paulowna aan Théophile Joseph het predikaat hofjuwelier. In datzelfde jaar vervaardigde hij in haar opdracht een bisschopskruis voor bisschop Zwijsen, als dank voor zijn steun na het overlijden van Koning Willem II. Het kruis was versierd met edelstenen en hing aan een fraai bewerkte gouden ketting.
In de collectie van het Koninklijk Huis bevindt zich een borstster van de russische Orde van Sint Andreas de Eerstgeroepene, die vervaardigd is door Théophile Joseph. De precieze datering hiervan is niet bekend maar moet in ieder geval voor 1852 zijn. De orde is heel vaak verleend, ook aan diverse leden van het Nederlandse koningshuis. Het was niet ongebruikelijk dat deze ordesterren buiten Rusland vervaardigd werden, er zijn exemplaren bekend uit Frankrijk, Engeland, Duitsland en dus ook uit Nederland. De uitvoering verschilt aanmerkelijk en er zijn meer dan dertig verschillende modellen bekend, in formaat variërend van 5,5 tot wel 22 cm. De orde is in 1917 na de val van het Tsarenrijk afgeschaft.
Zoon Bartholomeus werkte vanuit Amsterdam en heeft daar met verschillende andere goud- en zilversmeden samengewerkt. Bekend is een bijzonder boek met omslag van schildpad. Het boekbeslag is een samenwerking van Bartholomeus met Nicolaas Breuring, gedateerd 1847-1849.
In samenwerking met de firma W. Josephus Jitta & Zoonen is gewerkt aan een broche met bijpassend collier voor Koningin Emma. Het was een geschenk van het Nederlandse volk dat hiervoor geld had ingezameld. De sieraden werden in 1879 op de Dam aan Koningin Emma overhandigd. Volgens de beschrijving bestaat het collier uit 34 briljanten en de broche uit 214 grote en kleine stenen in Griekse stijl.